Toon van Bakel werd geboren op 31 januari 1912 in Dinther. Hij was de oudste in het grote gezin van Hendrikus van Bakel en Wilhelmina van Nuland. Hendrikus kwam uit Nistelrode, waar hij op 9juli 1886 werd geboren. Hij overleed in Nuland op 17 november 1958. Wilhelmina was een Nulandse en kwam op 20 januari 1884 ter wereld. Zij overleed in Schaijk op 16 juli 1963. Hendrikus en Wilhelmina trouwden op 17 juli 1911. Uit het huwelijk werden elf kinderen geboren. Toon van Bakel trouwde op 16 november 1934 met Martina Megens. Tina, zoals zij werd genoemd, werd op 15 juni 1913 in Heesch geboren als dochter van Marinus Megens (geboren op 21 augustus 1882 in Heesch) en Hendrina Geurts (19 augustus 1883 in Heesch). Uit het huwelijk van Toon en Tina werden vier kinderen geboren. | 10 |
Het gezin woonde aan de Rijksweg op nummer 55. Op 17 april 1968 kreeg een aantal woningen aan de Rijksweg een ander huisnummer. Wat daarvan precies de reden was, is niet helemaal duidelijk. Maar in Nuland was he gebruikelijk dat om de tien jaar de huisnummering in het algemeen onder de loep werd genomen. Bestonden er na verloop van tijd in een bepaalde straat teveel a- of b-nummers, dan werd tot omnummering besloten. Door deze omnummering heeft de toenmalige woning van Van Bakel nu nummer 61. Het pand wordt momenteel bewoond door Hans Hoogzaad, een zoon uit het tweede huwelijk van Tina van Bakel-Megens. De crisistijd van de jaren dertig en de oorlogsjaren hadden het leven voor de bevolking in noordoost Noord-Brabant niet eenvoudiger op gemaakt. In de streek leefden voornamelijk mensen met een klein boerenbedrijfje en arbeiders die met hard werken het hoofd boven water probeerden te houden. Velen woonden in sobere huisjes. Vooral op de hei en in de Hutstraat (Schotsheuvelseweg) mochten de onderkomens nauwelijks de naam woning dragen. De mensen waren arm, maar honger werd er over het algemeen niet geleden. Voor Toon en zijn gezin was de situatie nauwelijks anders. Hij pakte alle aan om voor zijn gezin de kost te verdienen. Zo werkte hij onder meer bij de waterleiding en bij Meulemans Voeders in Den Bosch, waar hij hielp met het | 11 |
lossen en laden van schepen. Zware arbeid voor negen gulden per week. Toon was nooit zonder werk. Er was altijd inkomen, maar van een vetpot was nimmer sprake. De familie Van Bakel hield enkele konijnen en werd er - in de oorlog clandestien - een varken gemest. Ook liep er een geit rond, de armelui's koe voor de 'koffieromme'. Verder had Toon altijd wel oog voor handel. In het begin van de oorlog werd Toon opgeroepen voor de mobilisatie. Na de terugtrekkende bewegingen van het Nederlandse leger kwam hij in Duinkerken terecht. Vele Nederlanders waagden de oversteek naar Engeland. Toon had ander plannen. Op de fiets lukte het hem door de vijandelijke linies te breken en te voet in Nuland terug te keren. Toen na verloop van tijd de Duitsers arbeidskrachten gingen vorderen voor tewerkstelling in Duitsland dook Toon onder, waardoor hij aan deze zogenoemde Arbeitseinsatz wist te ontkomen. | 12 |
Met vallen en opstaan wist Toon zijn gezin door de jaren van bezetting te loodsen. Eind 1944 boden de Duitsers boven de grote rivieren nog hardnekkig weerstand. Het zuiden was toen al bevrijd. De bevolking krabbelde overeind en probeerde langzaamaan het dagelijkse leven op te pakken. Velen gingen weer aan het werk. Zo ook Toon; hij werkte bij Driek Hanegraaf (d'n Hoan). Driek had een aannemersbedrijfje en was druk in de weer om zijn steentje aan de wederopbouw bij te dragen. In opdracht van de gemeente Nuland moest hij door Duitsers aangelegde schuilplaatsen en schuttersputjes ruimen. De opruimingen leverden veel bouwmateriaal op en daar was het de gemeente vooral om te doen. In de vroege ochtend van zaterdag 2 december 1944 togen Toon van Bakel, Piet Spierings (Flippe) en Piet Maas naar hun werk in het zogeheten gemeentebos. Dit bos lag op de plek, waar nu de voormalige kippenfarm staat. Het was die zaterdag somber en herfstachtig. Er stond een stevige zuidwestelijke wind en de temperatuur bedroeg zo'n zes graden. Het was bewolkt en regenachtig en de zon liet zich niet zien. Die zon zou voor enkele Nulandse gezinnen ook figuurlijk onzichtbaar worden. Want de dag eindigde in een drama. Tijdens de werkzaamheden - zand verwijderen van een schuilkelder - ontplofte een mijn. Piet Spierings was op slag dood. Toon van Bakel raakte zwaar gewond en overleed nog diezelfde dag in het ziekenhuis in Den Bosch. Piet Maas raakte eveneens ernstig gewond, maar overleefde het ongeluk. Enkele dagen na het drama werd Toon begraven. Op de hoogkar van Driek Langens werd de kist met de overledene naar de kerk in Nuland gereden. Hij werd op het parochiekerkhof begraven. Na de dood van Toon ontving het gezin Van Bakel veel steun van familie en buren. Waar ze konden reikten ze de helpende hand. De gemeente Nuland en de kerkelijke overheid bleven wat dit betreft in gebreke. Nimmer werd uit die hoek steun of hulp aangeboden. Ondanks het verschrikkelijke drama bleef Tina niet bij de pakken neerzitten. Ze pakte haar leven weer op en ontmoette na enkele jaren Driek Hoogzaad. Op 18 maart 1948 trouwden ze. Uit dit huwelijk werden nog twee kinderen geboren. Ans werd geboren op 23 maart 1949 en op 14 maart 1952 kwam Hans ter wereld. Driek stierf in 1993, daags voor kerstmis. Tina overleed op 4 oktober 1997. | 13 |
Sjef van Helvoirt, 'Wel gestorven, niet vergeten' in: Spoorzoeker 2 (2000) 10-13